Gemeenschappelijk leerplan ICT tweede graad

Zijn jullie op zoek naar lesmateriaal voor het gemeenschappelijk leerplan ICT in de tweede graad? Dan is Informaticalessen jullie ideale cursus.
Met professionele video’s, leuke oefeningen en duidelijke theorie, kan Informaticalessen gebruikt worden door scholen die een apart lesuur hebben voor ICT én door scholen die ICT integreren in verschillende vakken.
Op deze pagina vinden jullie het leerplan ICT in de 2de graad met de verwijzingen naar het bijbehorende lesmateriaal in deze cursus ICT.

Het leerplan van het Katholiek onderwijs (KOV afgekort) is het meest gedetailleerde en wordt daarom hier in dit overzicht als basis gebruikt.
Natuurlijk vind je onder elk doel de specifieke eindterm/leerplandoel van elke onderwijskoepel.

Katholiek onderwijs (KOV) gemeenschappelijk leerplan ICT
Gemeenschaps Onderwijs (GO!) gemeenschappelijk leerplan ICT

Stedelijk en gemeentelijk onderwijs (OVSG) gemeenschappelijk leerplan ICT
Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV) gemeenschappelijk leerplan ICT

Inhoudsopgave

Digitale vaardigheden

Minimumdoelen, specifieke minimumdoelen of doelen die leiden naar BK

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te beheren.

KOV: LPD 1; MD 04.03; II-III-GFL-ddaa: LPD 18 | GO! + POV: 04.03

  • Het is aan te raden om het schooljaar te starten met een herhalingsoefening waarin de leerplandoelen van de eerste graad getest worden, onder meer navigeren in mappen en bestandenlijst, mappen aanmaken, mappen en bestanden verplaatsen, kopiëren, hernoemen en verwijderen, zoeken in mappen, sorteren van bestanden in een map, weergave van bestanden in mappen.
  • De leerlingen van de tweede graad leer je gaandeweg zelf een structuur ontwerpen en focussen op meer courante functionaliteiten die de gebruikerservaring verbeteren zoals werken met lees- en schrijfrechten, comprimeren, downloaden, uploaden, sneltoetsen gebruiken en synchroniseren van mappen en bestanden. Je kan de leerlingen laten bepalen op welke manier digitale inhouden ter beschikking kunnen worden gesteld (bv. lees- en schrijfrechten) aan anderen zoals bij een digitale samenwerking. Je besteedt ook aandacht aan de transfer tussen toepassingen. Om in te zetten op die transfer kan je de leerlingen uitdagen om de geleerde functionaliteiten toe te passen in een vergelijkbare, maar voor hen nieuwe toepassing.
  • Laat de leerlingen bewust nadenken over de plaats waar hun bestanden (automatisch) worden bewaard bij het downloaden. Maak de leerlingen attent op het feit dat bestanden geopend via Internet standaard in een tijdelijke map worden bewaard. Indien ze verder willen werken met deze bestanden moeten ze die opslaan in een eigen gekozen map.
  • Laat de leerlingen het belang inzien van regelmatig een reservekopij (back-up) te maken van hun bestanden op een ander, gericht gekozen opslagmedium.

De leerlingen passen doelgericht synchronisatie toe.

KOV: LPD 2 | GO! + POV: /

  • Je kan de leerlingen duidelijk maken wat synchroniseren is door een bestand op te slaan, te wijzigen, te verwijderen via een (drive)app en aan te tonen dat dit bestand ook online is opgeslagen, gewijzigd, verwijderd. Wijs de leerlingen op de voordelen en nadelen van synchroniseren. Als ze iets verwijderen op één toestel, wordt het overal verwijderd. Als je offline op meerdere toestellen in een gesynchroniseerd bestand werkt, krijg je conflicten. Ook online profielen zoals Office 365-accounts, Google-accounts, sociale media-accounts worden gesynchroniseerd op de verschillende toestellen waarmee ze werken. De werking van die toestellen kan vertragen door synchronisatie bv. indien de hoeveelheid bestanden in hun drive te groot is.
  • Je kan de leerlingen het verschil duidelijk maken tussen synchronisatie en back-up.

De leerlingen beschrijven de opbouw van databanken en zoeken, sorteren en filteren gegevens in een databank.

KOV: LPD 3 | GO! + POV: /

  • Inzicht in de opbouw van een gegevensbank houdt in dat de leerlingen begrijpen dat een gegevensbank bestaat uit tabellen, met velden en records, en eventueel relaties tussen. Ze hebben inzicht in de betekenis van de verschillende in de gegevensbank gerelateerde begrippen. Je kan de opbouw van een gegevensbank aanbrengen met behulp van de massa aan online en offline gegevensbanken waarmee de leerlingen geconfronteerd worden in de dagelijkse realiteit. In de D-finaliteit kan je bij de opbouw van een gegevensbank ook relaties behandelen.
  • Je kan bij de opbouw van gegevensbanken de leerlingen meer inzicht geven in het gebruik/misbruik dat wordt gemaakt van gegevensbanken in de huidige maatschappij in het kader van privacy, e-identiteit, zoals het koppelen van gegevensbestanden waarbij de gegevens van je smartphone worden gedeeld met overheidsinstanties, winkels … , of sociale media zoals Facebook de gegevens die je doorgeeft delen met apps/websites. Er is hier een duidelijke link naar de leerplandoelen mediawijsheid.
  • Je kan het belang van gegevensbanken gemakkelijk aantonen door de leerlingen bewust te maken van het feit dat zij voortdurend geconfronteerd worden met gegevensbanken bv. contacten op smartphone, klantenkaart, bankkaart, sociale media, zoeksystemen … Vergeet niet om de leerlingen er attent op te maken dat ze voorzichtig moeten zijn bij het doorgeven van persoonlijke gegevens, identiteitskaart …
  • Je kan op het internet massa’s aan gegevensbanken vinden waarin gefilterd, gezocht en gesorteerd kan worden. In meerdere studierichtingen zijn vakinhoudelijke gegevensbanken voorhanden waarin kan worden gezocht. De website https://statbel.fgov.be/nl heeft een brede waaier aan datasets met zoek- en filtermogelijkheden.

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitaal te communiceren.

KOV: LPD 4; MD 04.01; II-III-GFL-ddaa: LPD 16 | GO! + POV: 04.01

  • In de tweede graad zet je met de leerlingen de stap naar het gebruik van courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen die de gebruikerservaring verbeteren zoals werken met groepen in contacten, communicatie opnemen en delen, tegelijkertijd mondeling en schriftelijk communiceren, samenwerken in gedeelde documenten.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan de leerlingen zowel synchroon (bv. online meeting, chat) als asynchroon (berichtensysteem, sociale media, sms, email, blog, fora, websites) digitaal laten communiceren. Je kan hen laten communiceren met mensen, maar ook met diensten en systemen zoals generatieve AI-chatbots. Je houdt bij de keuze van een berichtensysteem rekening met de geldende leeftijdsvoorwaarden en GDPR-regelgeving.
    • Schoolafhankelijk
  • Je leert de leerlingen om een gerichte keuze te maken voor een actueel communicatiemiddel dat is afgestemd op de persoon, de dienst of het systeem tot wie ze zich richten, op het doel waarvoor ze het communicatiemiddel gebruiken en op de geldende gebruikersvoorwaarden.
  • Het is zinvol om leerlingen met communicatiemiddelen te laten werken waarbij ze uit hun comfortzone treden. Ze starten vanuit wat ze kennen en zetten stappen om zelfstandig met communicatiemiddelen te werken die buiten hun eigen leefwereld liggen. Je kan leerlingen zelf aan de slag laten gaan met een nieuw communicatiemiddel waarbij ze een transfer maken van hun kennis in het gebruik van andere communicatiemiddelen.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan de voor- en nadelen van bestandsformaten behandelen bij het communiceren met bijlagen. Soms is hierbij een conversie naar een ander bestandsformaat nodig.

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale inhouden te creëren.

KOV: LPD 5; MD 04.02; II-III-GFL-ddaa: LPD 17 | GO! + POV: 04.02

  • Je kan digitale inhouden creëren zoals tekst-, cijfer-, geluids-, grafische, audiovisuele bestanden. Dat kan zowel op een digitaal toestel als in de cloud. Je bouwt verder op de basis die de leerlingen hebben verworven. Je verankert, verdiept en breidt die basis uit. In functie van het doel gebruik je een gepast hulpmiddel.
    Je laat leerlingen op een zelfstandigere basis een digitale inhoud creëren aan de hand van een aangereikt of zelfgekozen probleem.

  • Je kan leerlingen aangeleerde functionaliteiten in vergelijkbare toepassingen laten uitvoeren. Bv. de leerling heeft leren werken met Microsoft Word en maakt in het kader van een opdracht een tekst met Google documenten.
  • Je kan leerlingen bewust maken van het feit dat niet alle bestanden, toepassingen en digitale toestellen compatibel zijn met elkaar. Niet alle toepassingen werken namelijk op alle digitale toestellen en niet alle bestanden kunnen in alle toepassingen bewerkt worden. Wil je een toepassing of bestand gebruiken, dan zoek je naar een digitaal toestel of toepassing die er compatibel mee is.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan inspiratie vinden in onderstaande keuzedoelen om dit leerplandoel te concretiseren of te verdiepen.
    De keuzedoelen LPD K1, K4, K6 en K7 houden een concretisering in voor een bepaald type toepassing en de corresponderende bestandstypes.
    De keuzedoelen LPD K2, K3, K5 en K8 hebben als doel de verworven kennis te verdiepen en verbreden.

Keuzedoelen

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale teksten te creëren.

KOV: LPD K1 | GO! + POV: /

  • Het is aan te raden om het schooljaar te starten met een herhalingsoefening waarin je nagaat in hoeverre de leerlingen de leerplandoelen van de eerste graad m.b.t. tekstverwerking (o.m. tekstentiteiten, eindmarkeringen, tekenopmaak, eenvoudige alineaopmaak, eenvoudige paginaopmaak, spellingcontrole verworven hebben. Het is belangrijk dat de leerlingen een goed inzicht hebben in de opbouw van een tekstverwerking volgens tekenopmaak, alineaopmaak en paginaopmaak. Je kan indien nodig de verschillende tekstentiteiten (teken, alinea, sectie (één of meerdere pagina’s), document) kort herhalen.
  • De leerlingen gebruiken stijlen volgens de afspraken die gelden binnen de school. Overtuig de leerlingen van het gebruiksgemak en nut van stijlen door ze vanaf het begin veelvuldig te gebruiken. Laat de leerlingen creatief zijn in het ontwerpen van een eigen stijl. Een goede stijl is sober en doeltreffend. Beperk het aantal lettertypes en kleuren in één document.
  • Pas een logische actuele lay-out toe. Het heeft geen zin om de leerlingen verouderde opmaaktechnieken aan te leren. Ook de ideeën over een goede tekstopmaak evolueren in de loop van de tijd. Bij tabs worden de meest courant gebruikte tabs behandeld en de mogelijkheid om een opvulteken toe te voegen.
  • Tabellen opmaken houdt in: rijen en kolommen toevoegen en wissen, cellen samenvoegen en splitsen, uitlijning, randen, arcering, tekstrichting, breedte tabel (auto aanpassen), breedte en hoogte kolommen en rijen. Je kan de leerlingen erop wijzen dat het vaak eenvoudiger is gebruik te maken van tabellen i.p.v. tabs voor het positioneren van tekstentiteiten.
  • Bij het zoeken en vervangen kan je in de D en D/A-finaliteit de verschillende zoekopties behandelen.
  • Je kan op schoolniveau een stijl vastleggen voor de opmaak van de bronvermelding bv. de APA-norm. Je kan in de A-finaliteit een eenvoudige bronvermelding hanteren. Belangrijk is dat de leerlingen de attitude aanleren om elke keer een bronvermelding op te nemen.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan de leerlingen leren de spelling- en grammaticacontrole uit te voeren in meerdere talen.

De leerlingen maken een inhoudsopgave en een index voor een document.

KOV: LPD K2 | GO! + POV: /

  • Je kan voor een correcte inhoudsopgave in de kopstijlen gebruik maken van nummering op meerdere niveaus volgens de afgesproken normen.

De leerlingen werken samen aan een gedeeld document.

KOV: LPD K3 | GO! + POV: /

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale rekenbladen te creëren.

KOV: LPD K4 | GO! + POV: /

  • Breng de leerlingen de principes van een rekenblad, onafhankelijk van het gebruikte programma, bij. Gebruik de verworven kennis en vaardigheden, eventueel vanuit andere programma’s, als instap voor het aanbrengen van nieuwe kennis en vaardigheden.
  • Werk met concrete probleemstellingen en toepassingen die de leerlingen aanspreken. Analyseer eerst de probleemstelling alvorens aan de concrete uitwerking te beginnen. Start voor het aanbrengen van nieuwe leerinhouden van bestaande werkmappen. De leerlingen van de D- en D/A-finaliteit moeten op het einde in staat zijn om vertrekkend van een probleemstelling een rekenblad zelfstandig op te bouwen.
  • De notatie van data, valuta is vaak afhankelijk van de instellingen in het besturingssysteem.
    Een werkblad opmaken is de laatste fase in het proces en ondergeschikt aan het invoeren van de juiste formules.

  • Het is belangrijk dat de leerlingen grafieken kunnen lezen en analyseren. Laat de leerlingen zelf een gerichte keuze maken met betrekking tot het te gebruiken grafiektype. Leer de leerlingen om kritisch na te denken over het gegevensbereik van de grafiek.
  • Idealiter maak je op het einde een geïntegreerde rekenbladoefening waarin de afbakening aan bod komt.

De leerlingen passen de ALS-functie toe en werken met geneste functies in een rekenblad.

KOV: LPD K5 | GO! + POV: /

  • Leer de leerlingen zelf de benodigde functies zoeken, ontdekken en gebruiken naast de gekende statistische- en wiskundige functies.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan geneste ALS-functies inoefenen.

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om digitale presentaties te creëren.

KOV: LPD K6 | GO! + POV: /

  • De leerlingen hebben in de eerste graad al presentaties gemaakt. Bouw verder op de verworven competenties.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan de leerlingen laten kennis maken met de nieuwe trends van presenteren bv. toenemend belang van beelden, schema’s, visualisatie … Een presentatie kan ook een mindmap, fotocollage, storyboard, infographic, filmpje, website … zijn. Er zijn ook veel online mogelijkheden om te presenteren. Kies een softwarepakket afhankelijk van de doelstelling. Je kan de leerlingen duidelijk maken dat er verschillende types van presentatie zijn bv. een presentatie ter ondersteuning van een voordracht, een presentatie om een structuur eenvoudig voor te stellen, een presentatie over een reis.
  • Je kan de leerlingen leren vorm en inhoud van elkaar te scheiden. Eerst moet de inhoud vastliggen alvorens aan de lay-out kan begonnen worden. Je kan de leerlingen leren het KISS-principe (Keep It Short and Simple) te respecteren.
  • Leer de leerlingen, binnen de mogelijkheden van de gebruikte toepassing, een model voor een presentatie te maken met een sobere, consequente en automatische opbouw, eventueel met eigen afbeeldingen. Dat model kunnen de leerlingen gebruiken als basis voor vakinhoudelijke presentaties.
  • Je kan de leerlingen de voor- en nadelen laten zoeken tussen het invoegen van een online en offline filmpje.
  • Je kan de leerlingen een ingesproken presentatie laten maken of een presentatie in een vreemde taal met automatische ondertiteling in het Nederlands.
    • In opbouw

De leerlingen gebruiken doelgericht courante functionaliteiten van vergelijkbare toepassingen om multimediabestanden te creëren.

KOV: LPD K7 | GO! + POV: /

De leerlingen configureren infrastructuur en toepassingen.

KOV: LPD K8 | GO! + POV: /

  • Gebruik eventueel een virtuele omgeving om deze doelen te realiseren.
    • Schoolafhankelijk
  • Leer leerlingen nadenken over de meest gewenste configuratie voor hun infrastructuur en toepassingen. Je kan de leerlingen leren hun browser in te stellen naar hun persoonlijke wensen, zoals startpagina instellen, zoekmachine selecteren. Je kan met de leerlingen de verschillende instellingen van sociale media bespreken met de mogelijke gevolgen ervan.
  • Bij het hanteren van digitale infrastructuur en toepassingen zullen leerlingen problemen, fouten en foutmeldingen tegenkomen die een configuratie-aanpassing vereisen. Leer de leerlingen die correct te interpreteren en de nodige aanpassingen uit te voeren. Voorbeelden: geen geluid, geen micro, geen webcam, niet op internet kunnen, vervormd beeld …
    • In opbouw
  • Je kan als lesvoorbereiding enkele instellingen in de infrastructuur of de toepassingen van enkele testtoestellen aanpassen. De leerlingen krijgen de opdracht de infrastructuur terug juist in te stellen. Een alternatief is dat je in een presentatie mogelijke foutboodschappen opneemt. De leerlingen moeten dan achterhalen wat er aan de hand is.
    • Schoolafhankelijk
  • Je kan de leerlingen het antwoord op vaak voorkomende vragen over/problemen bij de werking van infrastructuur en de functionaliteiten van toepassingen laten opzoeken door gebruik te maken van de ingebouwde help, een zoekmachine, een forum … zoals oplossing.be, pc-helpform.be.

Mediawijsheid

Minimumdoelen, specifieke minimumdoelen of doelen die leiden naar BK

De leerlingen respecteren ethische, sociale en legale regels in hun omgang met digitale technologie

KOV: LPD 6; MD 04.04; II-III-GFL-ddaa: LPD 19 | GO! + POV: 04.04

De leerlingen analyseren de impact van digitale systemen op de maatschappij vanuit principes van computationeel denken.

KOV: LPD 7; MD 04.05; II-III-GFL-ddaa: LPD 20 | GO! + POV: 04.05

  • Je kan de leerlingen laten ontdekken hoe die systemen zowel kansen als bedreigingen bieden aan de hand van enkele voorbeelden:
    – De abstractie waarvan een GPS-systeem gebruikt maakt, zorgt ervoor dat gebruikers makkelijk de weg vinden naar zelfs moeilijk bereikbare plaatsen. Tegelijk creëert die abstractie meer afstand ten opzichte van de reële verkeerssituatie waardoor aandacht mogelijk afgeleid wordt van gevaar en het geografisch inzicht versmalt;
    – Patroonherkenning in systemen voor beeldgeneratie en -verwerking ondersteunt artsen bij medische beeldvorming en diagnostiek. Hetzelfde principe maakt mogelijk dat personen makkelijk herkend kunnen worden op foto’s of beelden die op het internet circuleren en dat er op die manier persoonlijke informatie achterhaald kan worden waarvan de gebruiker denkt dat die afgeschermd is;
    – Door via decompositie een groot probleem op te splitsen in kleinere deelproblemen, kan er sneller en efficiënter een oplossing worden uitgewerkt. Bijkomend voordeel is dat meerdere van deze deeloplossingen in andere toepassingen bruikbaar zijn;
    – Algoritmes in sociale media bieden het comfort dat de gebruiker snel de informatie krijgt die bij zijn profiel past. Een gevolg daarvan is ook dat de blik op wat er in de wereld gebeurt versmalt omdat de gebruiker gevoed wordt met eerder eenzijdige informatie en vooral in contact komt met gelijkgestemden. Elk sociaal medium gebruikt een ander achterliggend algoritme waardoor de manier waarop je informatie vindt en hoe die wordt aangereikt, verschilt. Kennis van deze algoritmes kan helpen om zelf je boodschap sneller te verspreiden en gerichter informatie te vinden op sociale media.

  • Je kan de leerlingen kritisch laten stilstaan bij de manier waarop digitale zoeksystemen met behulp van principes van computationeel denken informatie verzamelen, presenteren en gebruiken. Je kan de leerlingen inzicht leren verwerven in de manier waarop de systemen werken en hoe ze de blik op de wereld van de gebruiker kunnen beïnvloeden. Zo kan je de leerlingen
    -kritisch laten stilstaan bij de manier waarop digitale platformen persoonlijke informatie verzamelen en gebruiken voor eigen doeleinden;
    -laten nadenken over de risico’s die de verspreiding van gegevens met zich meebrengt (bv. foto’s op sociale media, bankrekeningnummer bij bestellingen, locatiegegevens ingeven in zoekmachines);
    -laten nagaan in welke mate hun keuze wordt beïnvloed door de informatie die ze krijgen van digitale systemen (bv. gepersonaliseerd aanbod, gepersonaliseerde reclame);
    -laten onderzoeken hoe hun eigen (zoek)gedrag, het juist instellen van zoekmachines en browsers, het regelmatig onderhouden van hun gegevens kan resulteren in meer neutrale informatie.

  • Je kan ingaan op de emotionele en psychologische impact van platformen en sociale media. Zo kan je de leerlingen wijzen op de risico’s van het gebruik van sociale media. De inhoud van bepaalde content kan leiden tot een verstoord mens- of wereldbeeld, bv. obsessie met schoonheidsidealen, complottheorieën, verheerlijking van geweld. Dit doel biedt kansen om te verbinden met andere doelen van dit leerplan zoals het doel over gezondheid (bv. mentaal welbevinden, psychische problemen, relationele vorming).
  • Je kan de leerlingen aan de hand van actuele voorbeelden laten stilstaan bij de impact van sociale mediaplatformen op de samenleving. Je kan hen hierbij attenderen op het onderscheid tussen waarheid en empirische kennis enerzijds en opinies of dubieuze theorieën anderzijds.
  • Je kan leerlingen aan de hand van bijvoorbeeld beelden en teksten laten nagaan wat de mogelijkheden zijn van artificiële intelligentie.
    • In opbouw

Informaticalessen blijft de evolutie en vernieuwing van het secundair onderwijs op de voet volgen.
Heb je het gevoel dat er over een bepaald lesdoel inhoud ontbreekt, contacteer ons dan gerust. We helpen je graag verder.