Leerplan ICT tweede graad
Zijn jullie op zoek naar lesmateriaal voor het gemeenschappelijk leerplan ICT in de tweede graad? Dan is Informaticalessen jullie ideale cursus.
Met professionele video’s, leuke oefeningen en duidelijke theorie, kan Informaticalessen gebruikt worden door scholen die een apart lesuur hebben voor ICT én door scholen die ICT integreren in verschillende vakken.
Op deze pagina vinden jullie het leerplan ICT in de tweede graad met de verwijzingen naar het bijbehorende lesmateriaal in deze cursus ICT.
Het leerplan van het Katholiek onderwijs (KOV afgekort) is het meest gedetailleerde en wordt daarom hier in dit overzicht als basis gebruikt.
Natuurlijk vind je onder elk doel de specifieke eindterm/leerplandoel van elke onderwijskoepel.
Inhoudsopgave
- 1 Inzicht in digitale systemen
- 2 Digitale vaardigheden
- 2.1 De leerlingen tonen zelfvertrouwen bij het verkennen en gebruiken van digitale infrastructuur en toepassingen. (attitudinaal)
- 2.2 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en online en offline toepassingen om digitale inhouden te beheren.
- 2.3 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitale teksten te creëren.
- 2.4 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur toepassingen om digitale presentaties te creëren.
- 2.5 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitaal te communiceren, te delen, samen te werken en te participeren aan initiatieven.
- 2.6 De leerlingen configureren infrastructuur en toepassingen.
- 2.7 De leerlingen transfereren de aangeleerde standaardfunctionaliteiten van een toepassing naar een andere toepassing.
- 3 Optionele leerplandoelen digitale vaardigheden
- 3.1 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitale rekenbladen te creëren.
- 3.2 De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om multimediabestanden te creëren.
Inzicht in digitale systemen
De leerlingen lichten toe hoe bouwstenen van digitale systemen zich tot elkaar verhouden en op elkaar inwerken.
KOV: ET 4.4; GLI-ddaa1 | GO! + POV: ET 4.4
Beheersingsniveau: / | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: digitale vaardigheden, STEM/techniek, wiskunde, Nederlands, economie)
- Je kan werken rond een aantal cases waarin je de verschillende onderwerpen uit de afbakening aan bod laat komen.
Bij de eigenschappen van verbindingen kan je aandacht hebben voor bandbreedte, veiligheid, betrouwbaarheid, voor- en nadelen. - Je kan de leerlingen verschillende toestellen laten verbinden met elkaar en dit bespreken: toetsenbord – pc, beamer – pc, koptelefoon – pc, printer -netwerk, smartphone – pc
- Je kan de leerlingen:
– verschillende toestellen laten verbinden met elkaar en dit bespreken: toetsenbord – pc, beamer – pc, koptelefoon – pc, printer -netwerk, smartphone – pc.
– de verschillende draadloze verbindingen laten onderzoeken en hen bijvoorbeeld laten uitrekenen hoeveel afbeeldingen (van een bepaalde grootte) ze in één minuut kunnen doorsturen. - Je kan de leerlingen confronteren met enkele eenvoudige functionaliteitsproblemen en foutmeldingen: printer werkt niet, draadloze muis werkt niet, bestand opent niet, geen internetverbinding, papier in printer op, toner op … en leren begrijpen wat er aan de hand is. Leer hen de gegeven foutboodschappen goed te lezen en te interpreteren.
- In opbouw
- Algoritmes als bouwsteen van digitale systemen en de impact ervan’ kan je in verbinding brengen met de zoekresultaten van zoekalgoritmes in populaire zoekmachines en sociale media gebaseerd op het eigen surfgedrag, eerdere zoektermen die men ingevoerd heeft, zoekresultaten die men gekozen heeft, de duurtijd bij het bekijken van video’s of sites … Dat heeft als rechtstreeks gevolg dat de zoekresultaten niet neutraal zijn maar gebaseerd op de waargenomen interesses. Confronteer de leerlingen met incognito surfen. Raad hen aan om regelmatig de cookies te verwijderen en steeds uit te loggen bij het beëindigen van een sessie, ook op de eigen toestellen.
- Je kan aandacht besteden aan het feit dat het gebruik van Google, Facebook, Instagram, MS Office 365 … op een toestel wordt gesynchroniseerd met andere toestellen als je ingelogd bent.
Digitale vaardigheden
- KOV: Digitale vaardigheden
- GO! + POV:
- Digitale media en toepassingen gebruiken om te creëren, te participeren en te interageren.
- Verantwoord, kritisch en ethisch omgaan met digitale en niet-digitale media en informatie.
De leerlingen tonen zelfvertrouwen bij het verkennen en gebruiken van digitale infrastructuur en toepassingen. (attitudinaal)
KOV: ET 4.1; GLI-ddaa2 | GO! + POV: ET 4.1
- Schoolafhankelijk
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en online en offline toepassingen om digitale inhouden te beheren.
KOV: ET 4.2 + ET 13.10; GLI-ddaa3 | GO! + POV: ET 4.2 + ET 4.6 + ET 4.7 + ET 4.8
Beheersingsniveau: Toepassen + Begrijpen + Evalueren | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: leesportfolio (online) aanmaken voor Nederlands)
- Het is aan te raden om het schooljaar te starten met een herhalingsoefening waarin de leerplandoelstellingen van de eerste graad getest worden, onder meer navigeren in mappen en bestandenlijst, mappen aanmaken, mappen en bestanden verplaatsen, kopiëren, hernoemen en verwijderen, zoeken in mappen, sorteren van bestanden in een map, weergave van bestanden in mappen.
- Doelgericht en adequaat werken met digitale infrastructuur en toepassingen houdt in dat rekening gehouden wordt met compatibiliteit tussen digitale infrastructuur en toepassingen.
- Wat is een besturingssysteem of operating system?
- Schoolafhankelijk
- Een grote groep bestanden gelijktijdig manipuleren houdt o.a. in: selecteren, verplaatsen, kopiëren, een andere naam geven …
- Laat de leerlingen bewust nadenken over de plaats waar hun bestanden (automatisch) bewaard worden bij het downloaden. Maak de leerlingen attent op het feit dat bestanden geopend via Internet standaard in een tijdelijke map bewaard worden. Indien ze verder willen werken met deze bestanden moeten ze deze opslaan in een eigen gekozen map.
- Je kan de leerlingen duidelijk maken wat synchroniseren is door een bestand op te slaan, te wijzigen, te verwijderen via een (drive)app en aan te tonen dat dit bestand ook online is opgeslagen, gewijzigd, verwijderd. Wijs de leerlingen op de voordelen en nadelen van synchroniseren. Als ze iets verwijderen op één toestel, wordt het overal verwijderd. Als je offline op meerdere toestellen in een gesynchroniseerd bestand werkt, krijg je conflicten. Ook online profielen zoals Office 365-accounts, Google-accounts, sociale media-accounts worden gesynchroniseerd op de verschillende toestellen waarmee ze werken. De werking van die toestellen kan vertragen door synchronisatie bv. indien de hoeveelheid bestanden in hun drive te groot is.
- Laat de leerlingen het belang inzien van regelmatig een reservekopij (back-up) te maken van hun bestanden op een ander, gericht gekozen opslagmedium. Maak het verschil duidelijk tussen synchroniseren en back-uppen.
Leer de leerlingen dat comprimeren betekent dat de bestandsgrootte van een bestand kleiner kan worden. Je kan comprimeren ook gebruiken om een groep bestanden als één geheel door te sturen, bv. foto’s of de fotomap van een activiteit. - Veel online toepassingen en sociale media comprimeren automatisch op het moment van uploaden.
- Je kan op toestellen waar de leerlingen geen administratorrechten hebben, een virtuele machine gebruiken om de leerlingen te leren hoe ze o.a. snelkoppelingen moeten maken.
- Maak de leerlingen duidelijk dat een snelkoppeling een verwijzing naar een map of een bestand is en dat ze de originele plaats van deze map of bestand kunnen opzoeken.
- “Inzicht in de opbouw van een gegevensbank” houdt in dat de leerlingen begrijpen dat een gegevensbank bestaat uit tabellen, met velden en records, en eventueel relaties tussen. Ze hebben inzicht in de betekenis van de verschillende in de gegevensbank gerelateerde begrippen.
- Je kan de opbouw van een gegevensbank aanbrengen met behulp van de massa aan online en offline gegevensbanken waar de leerlingen mee geconfronteerd worden in de dagelijkse realiteit.
- In de D-finaliteit is het aangewezen dat je bij de opbouw van een gegevensbank ook relaties behandelt.
- Je kan bij de opbouw van gegevensbanken de leerlingen meer inzicht geven in het gebruik/misbruik dat gemaakt wordt van gegevensbanken in de huidige maatschappij in het kader van privacy, e-identiteit, zoals het koppelen van gegevensbestanden waarbij de gegevens van je smartphone worden gedeeld met overheidsinstanties, winkels … , of sociale media zoals Facebook de gegevens die je doorgeeft delen met apps/websites.
- Je kan het belang van gegevensbanken gemakkelijk aantonen door de leerlingen bewust te maken van het feit dat zij voortdurend geconfronteerd worden met gegevensbanken bv. contacten op smartphone, klantenkaart, bankkaart, sociale media, zoeksystemen … Vergeet niet om de leerlingen er attent op te maken dat ze voorzichtig moeten zijn bij het doorgeven van persoonlijke gegevens, identiteitskaart …
- Je kan op het internet massa’s aan gegevensbanken vinden waarin gefilterd, gezocht en gesorteerd kan worden. In meerdere studierichtingen zijn vakinhoudelijke gegevensbanken voorhanden waarin kan gezocht worden. De website https://statbel.fgov.be/nl heeft een brede waaier aan datasets met zoek- en filtermogelijkheden.
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitale teksten te creëren.
KOV: ET 4.2; GLI-ddaa4 | GO! + POV: ET 4.2
Beheersingsniveau: Toepassen | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: maken van een huistaak, verslag of eindwerk)
- Het is aan te raden om het schooljaar te starten met een herhalingsoefening waarin je nagaat in hoeverre de leerlingen de leerplandoelen van de eerste graad m.b.t. tekstverwerking (o.m. tekstentiteiten, eindmarkeringen, tekenopmaak, eenvoudige alineaopmaak, eenvoudige paginaopmaak, spellingcontrole) verworven hebben.
Het is belangrijk dat de leerlingen een goed inzicht hebben in de opbouw van een tekstverwerking volgens tekenopmaak, alineaopmaak en paginaopmaak. Je kan indien nodig de verschillende tekstentiteiten (teken, alinea, sectie (één of meerdere pagina’s), document) kort herhalen. - Doelgericht en adequaat werken met digitale infrastructuur en toepassingen houdt in dat rekening gehouden wordt met compatibiliteit tussen digitale infrastructuur en toepassingen.
- Wat is een besturingssysteem of operating system?
- Schoolafhankelijk
- De leerlingen gebruiken stijlen volgens de afspraken die gelden binnen de school. Overtuig de leerlingen van het gebruiksgemak en nut van stijlen door ze vanaf het begin veelvuldig te gebruiken. Laat de leerlingen creatief zijn in het ontwerpen van een eigen stijl. Een goede stijl is sober en doeltreffend. Beperk het aantal lettertypes en kleuren in één document.
- Pas een logische actuele lay-out toe. Het heeft geen zin om de leerlingen verouderde opmaaktechnieken aan te leren. Ook de ideeën over een goede tekstopmaak evolueren in de loop van de tijd.
- Bij tabs worden de meest courant gebruikte tabs behandeld en de mogelijkheid om een opvulteken toe te voegen.
- Tabellen opmaken houdt in: rijen en kolommen toevoegen en wissen, cellen samenvoegen en splitsen, uitlijning, randen, arcering, tekstrichting, breedte tabel (auto aanpassen), breedte en hoogte kolommen en rijen.
- Je kan de leerlingen erop wijzen dat het vaak eenvoudiger is gebruik te maken van tabellen i.p.v. tabs voor het positioneren van tekstentiteiten.
- Je kan in de A-finaliteit het gebruik van secties uitleggen door in een document een staande en liggende pagina op te nemen.
- Je kan in richtingen van de D- en de DA-finaliteit afwijkende kop- en voetteksten aanleren.
- Bij het zoeken en vervangen kan je ook de verschillende zoekopties behandelen.
- Je kan op schoolniveau een stijl vastleggen voor de opmaak van de bronvermelding bv. de APA-norm. Je kan in de A-finaliteit een eenvoudige bronvermelding hanteren. Belangrijk is dat de leerlingen de attitude aanleren om elke keer een bronvermelding op te nemen.
- Schoolafhankelijk
- Je kan de leerlingen leren de spelling- en grammaticacontrole uit te voeren in meerdere talen.
- Je kan voor een correcte inhoudsopgave, in de kopstijlen gebruik maken van nummering op meerdere niveaus volgens de afgesproken normen.
- Word – Inhoudsopgave automatisch toevoegen
- Google Drive – Inhoudsopgave automatisch toevoegen: in opbouw
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur toepassingen om digitale presentaties te creëren.
KOV: ET 4.2 + ET 13.9; GLI-ddaa5 | GO! + POV: ET 4.2
Beheersingsniveau: Toepassen | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: voorstellen of presenteren voor de klas + video in een vreemde taal voorzien van ondertiteling)
- De leerlingen hebben in de eerste graad al presentaties gemaakt. Bouw verder op de verworven competenties.
- Schoolafhankelijk
- Doelgericht en adequaat werken met digitale infrastructuur en toepassingen houdt in dat rekening gehouden wordt met compatibiliteit tussen digitale infrastructuur en toepassingen.
Je kan de leerlingen laten kennis maken met de nieuwe trends van presenteren bv. toenemend belang van beelden, schema’s, visualisatie … Een presentatie kan ook een mindmap, fotocollage, storyboard, infographic, filmpje, website … zijn. Er zijn ook veel online mogelijkheden om te presenteren. Kies een softwarepakket afhankelijk van de doelstelling. Je kan de leerlingen duidelijk maken dat er verschillende types van presentatie zijn bv. een presentatie ter ondersteuning van een voordracht, een presentatie om een structuur eenvoudig voor te stellen, een presentatie over een reis. - Je kan de leerlingen leren vorm en inhoud van elkaar te scheiden. Eerst moet de inhoud vastliggen alvorens aan de lay-out kan begonnen worden. Je kan de leerlingen leren het KISS-principe (Keep It Short and Simple) te respecteren.
- Leer de leerlingen, binnen de mogelijkheden van de gebruikte toepassing, een model voor een presentatie te maken met een sobere, consequente en automatische opbouw, eventueel met eigen afbeeldingen. Dit model kunnen de leerlingen gebruiken als basis voor vakinhoudelijke presentaties.
- Je kan de leerlingen de voor- en nadelen laten zoeken tussen het invoegen van een online en offline filmpje.
- Als je voldoende hebt, kan je de leerlingen een ingesproken presentatie laten maken of een presentatie in een vreemde taal met automatische ondertiteling in het Nederlands.
- In opbouw
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitaal te communiceren, te delen, samen te werken en te participeren aan initiatieven.
KOV: ET 4.2 + ET 4.3; GLI-ddaa6 | GO! + POV: ET 4.3 + ET 4.6
Beheersingsniveau: Toepassen + Begrijpen | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: groepswerk + maken van een huistaak, verslag of eindwerk)
- Doelgericht en adequaat werken met digitale infrastructuur en toepassingen houdt in dat rekening gehouden wordt met compatibiliteit tussen digitale infrastructuur en toepassingen.
- Wat is een besturingssysteem of operating system?
- Schoolafhankelijk
- Doelgericht en adequaat werken met digitale infrastructuur en toepassingen houdt in dat rekening gehouden wordt met compatibiliteit tussen digitale infrastructuur en toepassingen.
Je kan de leerlingen gericht laten kiezen welke toepassing en infrastructuur ze gebruiken bij het uitwerken van een opdracht. - Je kan de leerlingen zelf laten onderzoeken of ze communiceren met versleutelde berichten, bv. WhatsApp om daarna de link te leggen met versleutelde bestanden. Bespreek met hen de voor- en nadelen van encryptie.
- Leer de leerlingen kritisch zijn bij het communiceren, delen en participeren aan initiatieven:
– controle van eigen wachtwoorden,
– de gevolgen van het ter beschikking stellen van gegevens in een intranet maar ook in een wereldwijd netwerk, bijvoorbeeld een sociaal netwerk,
– voor- en nadelen van de verschillende gebruikersrechten bij het delen. - In het kader van het converteren van bestanden focus je op het nut, de voor- en nadelen van verschillende dataformaten.
- Je kan de leerlingen leren om hun gecorrigeerde werken van (taal)leerkrachten online te corrigeren via wijzigingen bijhouden.
- Bij het communiceren kan je focussen op:
– groepen van contacten maken,
– synchrone online communicatie opnemen en delen,
– het wetgevend kader: GDPR, auteursrecht, portretrecht … Je kan de leerlingen vertrouwd maken met Creative Commons en die zelf laten opstellen via de site van Creative Commons.
De leerlingen configureren infrastructuur en toepassingen.
KOV: ET 4.2 + ET 4.3; GLI-ddaa7 | GO! + POV: ET 4.2 + ET 4.3
Beheersingsniveau: / | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: digitale vaardigheden, STEM/techniek, burgerschapseducatie)
- Gebruik eventueel een virtuele omgeving om deze doelstellingen te realiseren.
- Schoolafhankelijk
- Leer leerlingen nadenken over de meest gewenste configuratie voor hun infrastructuur en toepassingen. Je kan de leerlingen leren hun browser in te stellen naar hun persoonlijke wensen, zoals startpagina instellen, zoekmachine selecteren. Je kan met de leerlingen de verschillende instellingen van sociale media bespreken met de mogelijke gevolgen ervan.
Bij het hanteren van digitale infrastructuur en toepassingen zullen leerlingen problemen, fouten en foutmeldingen tegenkomen die een configuratie-aanpassing vereisen. Leer de leerlingen die correct te interpreteren en de nodige aanpassingen uit te voeren. Voorbeelden: geen geluid, geen micro, geen webcam, niet op internet kunnen, vervormd beeld …
Je kan als lesvoorbereiding enkele instellingen in de infrastructuur of de toepassingen van enkele testtoestellen aanpassen. De leerlingen krijgen de opdracht de infrastructuur terug juist in te stellen. Een alternatief is dat je in een presentatie mogelijke foutboodschappen opneemt. De leerlingen moeten dan achterhalen wat er aan de hand is. - Je kan de leerlingen het antwoord op vaak voorkomende vragen over/problemen bij de werking van infrastructuur en de functionaliteiten van toepassingen laten opzoeken door gebruik te maken van de ingebouwde help, een zoekmachine, een forum … zoals oplossing.be, pc-helpform.be.
De leerlingen transfereren de aangeleerde standaardfunctionaliteiten van een toepassing naar een andere toepassing.
KOV: ET 4.2 + ET 4.3; GLI-ddaa8 | GO! + POV: ET 4.2 + ET 4.3
Beheersingsniveau: / | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: groepswerk + maken van een huistaak, verslag of eindwerk)
- Zelfde types van toepassingen hebben vergelijkbare standaardfunctionaliteiten.
Gebruik de verworven kennis en vaardigheden, eventueel vanuit andere types programma’s, als instap voor het aanbrengen van nieuwe kennis en vaardigheden bv. je kan kennis en vaardigheden aangeleerd in tekstverwerking gebruiken voor het leren werken met een online tekstverwerking, een rekenblad … Je kan de leerlingen zelfstandig een gelijkaardig onlinetool laten ontdekken.- Schoolafhankelijk
- Je kan de leerlingen zelfstandig een oefening laten uitwerken in een niet vertrouwd analoog softwarepakket zoals een tekstverwerker, een rekenblad, een beeldbewerkingsprogramma, een presentatiepakket …
- Schoolafhankelijk
Optionele leerplandoelen digitale vaardigheden
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om digitale rekenbladen te creëren.
KOV: ET 4.2; GLI-ddaa9 | GO! + POV: /
Beheersingsniveau: / | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: digitale vaardigheden, STEM/techniek, wiskunde, economie, fysica, chemie)
- Gebruik de verworven kennis en vaardigheden, eventueel vanuit andere programma’s, als instap voor het aanbrengen van nieuwe kennis en vaardigheden (zie LPD 8).
Werk met concrete probleemstellingen en toepassingen die de leerlingen aanspreken. Analyseer eerst de probleemstelling alvorens aan de concrete uitwerking te beginnen.- Schoolafhankelijk
- Inleiding Microsoft Excel en Google Spreadsheets
- Start voor het aanbrengen van nieuwe leerinhouden van bestaande werkmappen. De leerlingen van de D- en D/A-finaliteit moeten op het einde in staat zijn om vertrekkend van een probleemstelling een rekenblad zelfstandig op te bouwen.
- Schoolafhankelijk
- Inleiding Microsoft Excel en Google Spreadsheets
- De notatie van data, valuta is vaak afhankelijk van de instellingen in het besturingssysteem (zie LPD 7).
Leer de leerlingen zelf de benodigde functies ontdekken en gebruiken. - Je kan in de D-finaliteit geneste ALS-functies inoefenen.
- Een werkblad opmaken is de laatste fase in het proces en ondergeschikt aan het invoeren van de juiste formules.
Het is belangrijk dat de leerlingen grafieken kunnen lezen en analyseren.
Laat de leerlingen zelf een gerichte keuze maken met betrekking tot het te gebruiken grafiektype. - Leer de leerlingen om kritisch na te denken over het gegevensbereik van de grafiek.
- Idealiter maak je op het einde een geïntegreerde rekenbladoefening waarin de afbakening aan bod komt.
De leerlingen gebruiken doelgericht en adequaat standaardfunctionaliteiten van digitale infrastructuur en toepassingen om multimediabestanden te creëren.
KOV: ET 4.2; GLI-ddaa10 | GO! + POV: /
Beheersingsniveau: / | Vaksuggesties: Meerdere vakken. (Bv.: voorstellen of presenteren voor de klas + video in een vreemde taal voorzien van ondertiteling)
- Gebruik bij voorkeur gratis toepassingen.
- Je kan de leerlingen een video laten maken waarin beelden, geluidopnames en videobeelden geïntegreerd zijn.
- Je kan bv. Via YouTube werken met automatisch gegenereerde (vertaalde) ondertiteling en deze dan naargelang de taalopdracht corrigeren.
- In opbouw
Informaticalessen blijft de evolutie en vernieuwing van het secundair onderwijs op de voet volgen.
Heb je het gevoel dat er over een bepaald lesdoel inhoud ontbreekt, contacteer ons dan gerust. We helpen je graag verder.