Een bestand in Excel en Spreadsheets

Een bestand in Microsoft Excel en Google Spreadsheets is opgebouwd zoals een rooster. In dit hoofdstuk overlopen we de belangrijkste onderdelen en terminologie.

In dit hoofdstuk leer je:

  • De verschillende structuurelementen van een Excel- of Spreadsheets-document toelichten en hanteren waaronder werkblad, rij, kolom, cel, bereik en celadres.
  • Selecties uitvoeren op één of meerdere cellen.a

Oefeningen   

Werkmap en werkbladen

De structuur van een leeg/nieuw rekenblad-document, bestaat uit een werkmap met één of meerdere werkbladen. Je kan het vergelijken met een stapel ruitjespapier waar je extra papieren aan kan toevoegen of kan van verwijderen.
Zoals je ziet heeft elk werkblad een naam (standaard “Blad1”, “Blad2” en “Blad3”). Dit kan je eenvoudig wijzigen door op de naam te dubbelklikken.
Je kan de werkbladen eveneens van plaats veranderen door ze te verslepen. Klik je rechtermuisknop op het werkblad heb je nog andere opties die je kan uitvoeren.

Werkbladen in MS Office Excel

Werkbladen in MS Office Excel

Werkbladen in Google Spreadsheets

Werkbladen in Google Spreadsheets

Kolommen, rijen en cellen

Elk werkblad bestaat uit meerdere kolommen (verticaal) die worden benoemd met een kolomletter, bv. kolom D. Horizontaal lopen de rijen, aangeduid met een rijnummer, bv. rij 23. Eén vakje, de kruising tussen kolom en rij, noemen we een cel. Elke cel heeft een celadres, bestaande uit de kolomletter en de rijnummer, bv. cel D23. Links bovenaan (in het “Naamvak”) wordt er steeds het celadres vermeld. Je kan hier zelf ook een celadres ingeven zodat je automatisch naar deze cel gaat.

Het celadres “C4” van de geselecteerde cel

Het celadres “C4” van de geselecteerde cel

Bereik

Meerdere cellen samen, noemen we een bereik. Het bereik van cel B4 tot en met B19 duiden we aan met B4:B19 (let op het dubbele punt).
Een bereik kan ook over meerdere kolommen gaan, bv. A7:C9.
Wanneer je meerdere cellen wil opnemen in een bereik die niet naast elkaar liggen, gebruiken we het puntkomma (bv. D2;D9;F6).

Hieronder enkele voorbeelden van bereiken (bij voorbeeld 3 en 4 zijn de cellen ingekleurd).

B2:B8 (Van cel B2 tot en met B8)

B2:B8 (Van cel B2 tot en met B8)

A2:C3 (Van cel A2 tot en met C3)

A2:C3 (Van cel A2 tot en met C3)

B2;C5 (Cel B2 en C5)

B2;C5 (Cel B2 en C5)

B3;B5;B8;D3:D5 (Cel B3, B5, B8 en de cellen D3 tot en met D5)

B3;B5;B8;D3:D5 (Cel B3, B5, B8 en de cellen D3 tot en met D5)

Selecties

  • Volledige werkblad: Wil je een volledig werkblad selecteren, dan klik je op de linkerbovenhoek van het werkblad.
  • Volledige kolom: Klik op de kolomletter.
  • Volledige rij: Klik op het rijnummer.
  • Meerdere rijen of kolommen: Naast elkaar liggende kolommen of rijen kan je selecteren door over de kolomletters of rijnummers te slepen of door op de eerste en laatste kolom of rij te klikken terwijl je de SHIFT-toets ingeduwd houdt.
    Afzonderlijke rijen of kolommen selecteer je door de CTRL-toets ingeduwd te houden.
  • Eén cel: De cel gewoon aanklikken.
  • Meerdere aan elkaar liggende cellen: Duid de eerste cel aan en houd de muisknop ingeduwd, sleep naar een bepaalde richting en laat los.
  • Afzonderlijke cellen: Selecteren met de CTRL-toets ingehouden.